Voormalige LIGHAL in de trant het Functionalisme, in 1937 gebouwd bij het 'Koloniehuis voor Jong Nederland', naar ontwerp van de Amsterdamse architecten J.W.F. Hartkamp en G. Arendzen. De lighal is ontworpen als overkapping van 55 bedjes die voor de bleekneusjes uit de stad elke middag werden neergezet om daar een half uur in de zeelucht te kunnen rusten.
Sinds 1982 is de lighal in gebruik als atelierwoning, waartoe enige aanpassingen zijn gepleegd, die echter de constructie en structuur van de lighal niet hebben aangetast. De oorspronkelijke bronzen kozijnen van de vensters zijn verdwenen.
De lighal ligt in de duinen ten noorden van het koloniegebouw Jong Nederland, de situering is georiƫnteerd op de meest gunstige bezonning.
De lighal van gewapend beton heeft een driekwartcirkelvormige plattegrond met de opening naar het zuidoosten. De rondlopende luifel wordt gedragen door betonnen U-vormige spanten die zowel in het dak als in het fundament verankerd liggen, waardoor de luifel geen ondersteuning behoeft. In de gebogen buitengevel bevinden zich tussen de kolommen brede rechthoekige gevelopeningen, deels gevuld met schuiframen. Aan de binnenzijde twee met glaspuien gesloten ruimten uit de bouwtijd die via een deur toegang geven tot de aan de buitenzijde gelegen zogenaamde dekenkasten.
De (voormalige) lighal behorend bij 'Koloniehuis voor jong Nederland' is van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een in functionalistische stijl ontworpen lighal met een bijzondere betonconstructie. Van ensemble waarde als historisch-functioneel onderdeel, deel uitmakend van het complex 'De koloniehoek'. Van situationele waarde vanwege de ligging in de duinen.
Halverwege jaren zestig kwam het Koloniehuis voor Jong Nederland leeg te staan. Na tien jaar leegstand werd het gebouw gekraakt. Een projectontwikkelaar had het geheel aangekocht en had van de gemeente Bergen al een sloopvergunning gekregen. Alleen zijn nieuwbouwplannen werden niet goedgekeurd. Begin jaren tachtig kon kunstenaar Guus Boissevain het Koloniehuis en de bijbehorende gebouwen voor sloop behoeden door het geheel aan te kopen met een erfenis. De krakers kochten van hem het Koloniehuis. De lighal hield hij in eigen bezit waar hij zijn atelier en woonhuis in realiseerde.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed